woensdag 18 februari 2015

Diploma uitreiking

Vandaag kreeg ik mijn diploma en daar waren mijn ouders, mijn zonen, vriendin, en manlief bij.
Ik las deze tekst voor ( heb er wat namen en persoonlijke bedankjes uitgehaald).



Gelukkig had ik een klein doosje, een doosje waar ik soms een briefje in deed waarop ik dingen schreef die ik nog wilde doen, wilde leren, of wilde verzinnen. Grote dingen, kleine dingen.
Soms keek ik in het doosje, las alle plannetjes en voerde er eentje uit. Zo deed ik in 2010 en 2011 een opleiding voor tassen maker en leerbewerker. Op dat briefje stond ‘een echt ambacht leren’.
O
ndertussen werkte ik bij Kunst centraal en had de baan van mijn leven, ontwikkelde veel projecten, begeleidde leerkrachten en gaf trainingen aan teams waarin audiovisuele vorming vanuit mijn kunstvak audiovisuele vorming het hoofddoel was.
 
In 2012 werden alle vak consulenten ontslagen en na 23 jaar gewerkt te hebben keek ik met hele andere ogen naar het doosje, het doosje met plannen.

Kleuterjuf stond op een briefje en
Beelddenken in het onderwijs op de kaart zetten en
Tassen van Jonker oprichten en
als zzp’er creatief denken de school in blijven brengen
Een maand na mijn ontslag begon ik vol goede moed aan de Vonds-topleiding.

Ik kon steeds meer afstand nemen van mijn oude werk en wende aan het studeren, stage lopen.
Alles leek langzaam op zijn plaats te vallen.
Gelukkig sluiten dat waar ik goed was en dat wat ik aan het leren was goed op elkaar aan.
Ik heb een aantal opdrachten en stageperiodes kunnen vrijstellen waardoor ik leerde wat ik te leren had om een goede leerkracht te worden. Stap voor stap volgde ik de opleiding en vulde mijn rugzak met nog meer kennis en ervaring.
Creativiteit en kunst zijn ontzettend belangrijk en een voorwaarde voor een gezonde ontwikkeling van het lerende kind, door ze te laten bouwen aan hun creatieve hersenen leren ze flexibel in het leven staan. Er wordt in de maatschappij voortdurend geïnnoveerd, dat vraagt veel creativiteit, en dat kun je oefenen en leren op school.
In de eerste 7 jaar van het leven maakt een kind fases door, ze doen dat op hun eigen tempo maar de volgorde ligt vast.  Dat is waar ik me in mijn afstudeeropdracht in verdiept heb. Wanneer een kind in de fase is dat hij in staat is letters niet alleen maar ruimtelijk te zien maar het kan vertalen naar het platte vlak, dan kan er gelezen en geschreven worden en zal dat in korte tijd geleerd zijn.
Voordat ze echt ‘klaar zijn’ om te leren lezen is een kind nog beelddenker en zullen de meeste rond hun zesde jaar langzaam veranderen in begripsdenkers.
Ik wil me inzetten voor de mijns inziens belangrijkste periode van een kind, de eerste drie schooljaren. Ervoor zorgen dat kleuters de overgang van beelddenker naar begripsdenker op eigen moment kunnen maken zonder dat dat proces verstoord wordt door veel verplichtte cognitieve onderdelen die aangeboden worden.
Er kunnen wat kaartjes uit mijn doosje, kleuterjuf worden, beelddenken op de kaart zetten en creativiteit de school in blijven brengen. Ik heb ze samengevoegd en dat is waar ik als leerkracht voor sta. Met als grote inspiratoren Ewald Vervaet, Sieneke Goorhuis en de Davis methode.
Voor de mensen dat denken dat het schoolplein ingezet wordt om de grove motoriek te stimuleren: Er was een mier dood, 5 kleuters hadden een zandheuveltje gemaakt, de dode mier lag daar rustig bovenop. Maar, zo zeiden ze, een begrafenis is nooit in je eentje, dus we halen er nu hun familie bij en als die er zijn komen er gezangen. Ineke wil je dan even weggaan, je bent zo groot. Wat ik zag waren 50 friemelende vingers om al die wegrennende mieren betrokken te houden bij de begrafenis. Eén kleuter begon al te zingen.

 Voor deze ene keer een foto van mezelf op mijn blog, dat was het moment.
 

2 opmerkingen:

  1. Wat een mooie verhalen van dat doosje en van de mieren. Ik ken je niet echt, maar ik denk toch dat je een geweldige juf zult worden. Nee, niet worden, zijn. Je bent het al!

    BeantwoordenVerwijderen